ADHD of ADD: wat is precies het verschil?
Veel mensen zoeken in Google nog steeds op: verschil adhd add. Logisch, want jarenlang dachten we dat ADHD en ADD twee aparte dingen waren. ADHD stond bekend als de hypervariant die we vooral aan de buitenkant zien, en ADD als de dromerige vorm waarbij de rollercoaster zich vooral in het hoofd afspeelt.
Inmiddels is de visie op het verschil ADHD ADD veranderd. Volgens de nieuwste versie van het handboek voor psychische stoornissen (DSM-5) bestaat ADD niet meer als aparte diagnose. Wat vroeger ADD heette, valt nu gewoon onder ADHD — maar dan als een bepaalde presentatie (uiting) daarvan.
Met andere woorden: er ís nog wel verschil in hoe ADHD eruitziet of aanvoelt, maar niet meer officieel in naam.
Wat zijn de vormen van ADHD?
Om het nieuwe systeem beter te begrijpen, helpt het dus om te weten dat ADHD tegenwoordig wordt gezien als één aandoening met drie verschillende uitingsvormen:
ADHD type 1: Overwegend onoplettende presentatie
- Dit is wat vroeger ADD werd genoemd.
- Je lijkt aan de buitenkant lekker kalm, maar in je hoofd is het nooit stil. Focussen, plannen of overzicht houden zijn nou niet bepaald je sterkste kanten.
ADHD type 2: Overwegend hyperactieve/impulsieve presentatie
- De variant die zich vooral aan de buitenkant toont: altijd in beweging, snel praten, veel energie, moeite met wachten, wiebelende benen, friemelende handen.
ADHD type 3: Gecombineerde presentatie
- Een mix van beide: moeite met concentratie én druk of impulsief gedrag.
Deze indeling maakt het verschil ADHD ADD dus nog steeds wel goed duidelijk: het gedrag dat je van buiten ziet, en wat er van binnen gebeurt. Maar allemaal variaties op één stoornis. (Wat ik overigens een absurde term vind: hoezo, stoornis?)
Wil je weten welke symptomen bij deze typen horen? Kijk dan op kenmerken van ADHD bij volwassenen.
![]() | Het verschil ADHD ADD volgens de DSM-5Misschien heb je een ADHD-onderzoek gehad, dan weet je een beetje hoe de ADHD volwassenen diagnostiek in elkaar steekt. De diagnose wordt gesteld aan de hand van criteria uit de DSM-5, een internationaal handboek dat psychologen en psychiaters gebruiken. Middels vragenlijsten en gesprekken meet de onderzoeker in hoeverre bepaalde symptomen bij jou aanwezig zijn. Je score bepaalt uiteindelijk tot welk type jij behoort, weergegeven in een DSM-code die begint met: 314.xx |
Dit onderzoekt het ADHD ADD onderzoek
Het ADHD-onderzoek richt zich via verschillende onderdelen op de twee belangrijkste verschijningsvormen: het hyperactieve/impulsieve deel, en het deel dat zich vooral uit in de moeite met concentreren. Scoor jij in beide gebieden ongeveer gelijk, dan behoor je tot het gecombineerde type.
Aandachtsproblemen (het vroegere ADD-profiel)
Minstens zes van onderstaande kenmerken moeten bijvoorbeeld minimaal zes maanden aanwezig zijn:
- Snel afgeleid, vergeetachtig of dromerig
- Moeite om de aandacht bij taken te houden
- Maakt slordigheidsfouten of mist details
- Problemen met plannen of organiseren
- Vermijdt taken die langdurige concentratie vragen
- Verliest spullen of raakt het overzicht kwijt
- Lijkt niet te luisteren als iemand praat
- Vergeet dagelijkse dingen
Hyperactiviteit en impulsiviteit (het oude ADHD-profiel)
Hierbij zijn minimaal zes maanden onder andere deze kenmerken aanwezig:
- Altijd in beweging, tikt of wiebelt veel
- Kan moeilijk stilzitten of wachten
- Praat veel of onderbreekt anderen
- Reageert impulsief of handelt zonder nadenken
- Wordt ongeduldig bij traagheid of herhaling
Afhankelijk van welke groep symptomen overheerst, krijg je dus een diagnose van één van de twee ADHD-presentaties, of de derde: een gecombineerd beeld.
Hoe weet je welke vorm van ADHD je hebt?
Het verschil ADHD ADD merk je vooral in de manier waarop de drukte zichtbaar wordt. Maar de impact is vaak hetzelfde: moeite met concentratie, planning, tijdsbesef of prikkelverwerking. Alleen de uitingsvorm verschilt.
Altijd druk en nooit stilDe drukte kan fysiek in jouw lijf aanwezig zijn en je de impuls geven om voortdurend te bewegen. Bij kinderen kunnen dit grote bewegingen zijn: altijd aan het zwieren, springen, dansen.ADHD bij volwassenen (type 2, het hyperactieve, impulsieve) uit zich vaak wat subtieler: een been dat nooit stilzit, handen die altijd iets te rommelen moeten hebben of duizend keer verzitten tijdens een lezing of in de bioscoop. Je kunt het ook in de impulsieve hoek zoeken: altijd haantje de voorste willen zijn, door mensen heen praten of dingen eruit flappen. | ![]() |
![]() | Snel afgeleid en vermijdendDe chaos kan zich echter ook in je hoofd afspelen. Een voortdurende ruis op de achtergrond. Altijd het gevoel dat er iets is, dat er nog iets af moet. Maar de stap om eraan te beginnen voelt als een klim op de Kilimanjaro. Uitstellen dus!ADHD van dit type (1) kennen we nu nog vooral als ADD. Dat betekent niet dat deze vorm van buiten niet zichtbaar is. Een chaotisch huis (of juist extreem geordend), sleutels die altijd vergeten worden, te laat komen op afspraken, niet met geld kunnen omgaan: allemaal kenmerken die ook de omgeving heus wel ziet. |
Overigens kunnen mannen en vrouwen ADHD anders ervaren.
Zo ziet ADHD bij vrouwen eruit >
Zo ziet ADHD bij mannen eruit >
Het verschil ADHD ADD en de nieuwe indeling
Nog even de verschillen en de nieuwe benaming op een rijtje:
| ADHD Type 1 met overwegend onoplettende presentatie (‘ADD') | ADHD Type 2 met overwegend hyperactiviteit of impulsieve presentatie |
| Rustig aan de buitenkant | Zichtbaar druk, beweeglijk, aanwezig |
| Veel gedachten, weinig focus | Impulsieve uitspraken of acties |
| Vergeetachtig en snel afgeleid | Moeite met wachten of stilzitten |
| Weinig energie, maar veel in het hoofd | Energie in overvloed, maar versnipperd |
| Reageert traag of vertraagd | Reageert snel op prikkels |
En dan is er dus ook nog ADHD Type 3: de gecombineerde presentatie. Hierbij is er sprake van zowel een onoplettende presentatie als hyperactiviteit en impusiviteit.
Overigens kun je ook een diagnose krijgen als: ADHD Type 1 met een beetje hyperactiviteit, zonder dat er meteen sprake is van Type 3. De psycholoog of psychiater die het onderzoek doet kan dan vaststellen dat er weliswaar sprake is van hyperactiviteit, maar dat die niet voldoende aanwezig is om te spreken van een gecombineerd beeld.
Meer weten? Lees verder op de pagina over ADHD Volwassenen Diagnostiek.
Wat helpt bij ADHD (of het vroegere ADD)?
Daar zit je dan, met je diagnose. Of je vermoeden van. Maar wat nu?
Wat werkt, verschilt per persoon. Soms doet zelfinzicht al heel veel, simpelweg omdat je leert herkennen wat jouw valkuilen zijn, en hoe je die kunt vermijden, wat goed voor jou is – en wat niet. Maar dat kost tijd, soms wel een leven lang.
Voor de meeste mensen met ADHD geldt dat ze vroeg of laat toch voor een bepaalde vorm van hulp kiezen. Die hulp is soms tijdelijk, soms terugkerend.
Vormen van ADHD hulp:
- Coaching: geeft je praktische handvatten om te leren plannen, structureren en omgaan met overprikkeling.
- Medicatie: kan helpen om beter te focussen of rust in het hoofd te krijgen, in bepaalde drukke periodes, of gewoon elke dag.
- Zelfinzicht: door te lezen, erover te praten of een dagboek bij te houden leer je patronen en valkuilen te herkennen, te doseren en prioriteiten te stellen
- Overige: yoga, meditatie, rustgevende activiteiten of juist sporten, dansen of boksen: manieren om te ontspannen en meer ín het lijf en uit dat onrustige hoofd te gaan.
Hulp bij ADHD nodig?
Als ADHD-coach én ervaringsdeskundige weet ik als geen ander hoe het leven soms als een ploetergang kan voelen. Werk, opvoeding, studie, school: waar anderen het allemaal zo prima voor elkaar lijken te cheffen, kan het voor jou voelen alsof je keihard tegen de stroom in maalt.
Dat hoeft niet. Sterker nog: het kan zó veel beter en leuker! Als ADHD-coach heb ik al heel wat mensen geholpen meer grip te krijgen op hun hoofd op hun energie, en uiteindelijk: op hun leven.
Bel me of app me eens, dan maken we een afspraak voor een gratis en vrijblijvend intakegesprek. Laten we samen kijken waar het bij jou vastloopt — en vooral hoe we het wél kunnen laten werken.


